Op dit moment werkt de Wise app niet altijd. Sorry voor het ongemak, we werken aan een oplossing. Tot die tijd kun je via 'Mijn Bibliotheek' op deze website je zaken regelen. 

Ervaringsverhaal Cultuureducatie met Kwaliteit

  • Ervaringsverhalen

    Cultuureducatie met Kwaliteit

“Door een leerkracht te helpen, profiteren daar jarenlang klassen van”

Een basisschool die op zoek is naar handvatten voor de theaterles en een zelfstandig theaterdocent die net verhuisd is en nieuwe opdrachtgevers in de buurt zoekt;het lijkt een perfecte match. En dat bleek het ook te zijn. Theaterdocent Renske Hoeksema startte een co-teaching traject op basisschool de Peppel, waar leerlingen nu elke week theaterles krijgen van juf Leonie.

“Ik werk ondertussen al tien jaar als zelfstandig theaterdocent”, vertelt Renske. “Ik heb de musicalopleiding in Tilburg gedaan en daarna ben ik lang uitvoerend musicalwerk gaan doen. Toen ik mijn kinderen kreeg ben ik voor mezelf begonnen als docent. Ik woonde toen in Schiedam en werkte ook in de omgeving en in Rijswijk en Delft. Tot we weg wilden uit de stad. Mijn man komt uit de gemeente Altena, en daar verhuisden we naartoe om meer rust te hebben en groter te kunnen wonen. Dat betekende wel dat ik ook verder weg ging wonen van mijn werk.”

Renske ging in de regio op zoek naar nieuwe opdrachtgevers. “Ik heb aan Kunstloc Brabant gevraagd bij welke partijen ik hier in de buurt misschien terecht zou kunnen en ben zelf een heel aantal mails gaan sturen. Zo kwam ik ook bij Bibliotheek CultuurPuntAltena terecht, waar ik in contact kwam met cultuurcoach Leonie Oomen. Zij reageerde snel enthousiast.” Met budget vanuit Cultuureducatie met kwaliteit begeleidt het cultuurpunt scholen bij het verbeteren van cultuureducatie. Daaronder valt ook het begeleiden van docenten bij het maken van lessen. “Ze gaf aan dat er op scholen al veel aanbod was op het gebied van beeldende kunst, maar dat ze zagen dat theater nog iets is wat ook voor de docenten spannend was om op te pakken. Zij bracht mij in contact met basisschool De Peppel in Dussen, waarna we een co-teaching traject begonnen vorig jaar in december.”

Met co-teaching deelde Renske haar kennis als theaterdocent met de basisschoolleerkrachten, zodat die vervolgens theaterles kunnen gaan geven. “Ik ben langsgegaan bij die school om kennis te maken, het te hebben over het verschil tussen kunst- en cultuurlessen en om te kijken welke ruimte er bij de school was om theaterles te gaan geven. Daaruit bleek dat die ruimte er was, maar dat de leerkrachten vooral op zoek waren naar praktische handvatten om aan de slag te kunnen. Financieel was er geen ruimte voor een vakdocent, dus de groepsleerkrachten waren van plan zelf deze lessen te gaan geven.”

Wat volgde was een traject met training en begeleiding. “Ik heb een mini-training gegeven over het creatieve proces en hoe je op die manier, door te oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren tot een creatieve les komt. Ook keken we naar wat de wensen waren qua focus, richt je je op een eindproduct, of op het proces waar de leerling doorheen gaat? Al deze informatie hebben we vervolgens toegepast op een theaterles. Door deze aanpak en het te zien als een proces voelden de docenten minder druk. Ze zagen in dat het ook een kwestie is van proberen en aanpassen en dat er dus niet direct een perfecte les hoeft te staan. Uiteindelijk is theater altijd doen en ervaren.”

Wel kon Renske al vanuit haar eigen ervaring handvatten geven. “Als je vaker les geeft, merk je dat bepaalde oefeningen altijd werken. Die zijn makkelijk te tippen. Bijvoorbeeld dat je kinderen met kleine stapjes heel goed kan laten transformeren in een ander karakter. Daarnaast heb ik ook aangeraden om te werken met thema’s, zodat je daardoor meer houvast hebt in de lijn van je lessen en de oefeningen die je daarbij kunt doen. Je kuntbijvoorbeeld werken met de seizoenen.”

Vervolgens zijn de docenten zelf aan de slag gegaan met het maken van lessen. “Hier heb ik toen feedback op gegeven, en daarna heb ik ook nog geholpen met meer praktische zaken, zoals hoe je controle kan houden in een chaotische theaterles, of hoe je leerlingen nieuwsgierig maakt. Kinderen moeten leren wat kan in een theaterles. Om hier nog beter bij te helpen ben ik nogtwee keer terug geweest naar de school om een les bij te wonen en te kijken wat er gebeurt en hoe de les verliep. Nu draait de school de lessen zelfstandig.”

Renske is blij dat theater op deze manier een mooie plek krijg in het primaire onderwijs. “Theater is een krachtige tool om iets te verbeelden en om te leren inleven met een ander. Het zorgt daarmee voor meer begrip en verbinding. Daarnaast leren kinderen om iets te zeggen voor een grote groep, ze moeten samenwerken en ze zullen soms ook over zichzelf heen moeten stappen om een ander de spotlight te gunnen. Leerlingen zitten op een schooldag veel in hun hoofd, met rekenen en taal, met een kunst- of theaterles kunnen ze daar even uit en kunnen ze zich richten op hun lijf en stem en hun hoofd op een andere manier gebruiken. Je ziet ook altijd dat kinderen heel anders kunnen reageren in zo’n les, en kinderen worden ook op een andere manier gezien. Zo ontwikkelen ze op meerdere manieren hun talenten.”

En ook voor haarzelf als zelfstandige was het een fijne ervaring. “Op deze manier co-teaching op maat doen bij een school was voor mij het eerst. Ik vind theaterles geven heel leuk, maar voor mij geeft het werken met onderwijsprofessionals nog meer voldoening. Het voelt voor mij duurzamer. Wanneer ik één theaterles geef, heeft alleen die ene klas er iets aan. Wanneer ik een leerkracht kan helpen goede lessen te geven en hiervoor te enthousiasmeren, kunnen er meerdere jaren lang allerlei klassen daarvan profiteren.”

Geschreven door Marel van Andel


“Ik was op zoek naar concrete handvatten voor mijn theaterles”

Een basisschool die op zoek is naar handvatten voor de theaterles en een zelfstandig theaterdocent die net verhuisd is en nieuwe opdrachtgevers in de buurt zoekt; het lijkt een perfecte match, en dat bleek het ook te zijn. Basisschoolleerkracht Leonie van Brummelen weet nu dankzij co-teaching van een theaterdocent precies hoe ze een mooie theaterles neerzet.

Het is donderdagmiddag en Leonie loopt door het basisschoolgebouw van basisschool De Peppel in Dussen om groep 5 op te halen voor de theaterles. Elke week geeft ze een groep 3, 4 of 5 een klein uurtje theaterles. “Ga allemaal in een kring op de grond zitten, op een manier dat ik jou goed kan zien”, zegt Leonie. “Vorige week heb ik voorgelezen uit dit prentenboek ‘De blaadjesdief’ en die ga ik deze week weer voorlezen. Maar deze keer wil ik dat je goed oplet, want als ik het de tweede keer voorlees worden jullie de eekhoorn en dus kan je nu al goed nadenken hoe je die gaat uitbeelden.”

Met het lezen van een prentenboek volgt Leonie meteen een tip op die ze kreeg van theaterdocent Renske Hoeksema, die haar begeleidde bij het maken van betere theaterlessen. “Een prentenboek werkt heel goed, ook bij een oudere groep. Het enthousiasmeert en het focust meer op de beleving dan een heel talig verhaal. Door vaker de les op die manier te beginnen, vormt het ook meteen een duidelijke start van de les. Dat is belangrijk.”, vertelt Leonie. “Daarmee weten de kinderen meteen dat we in een theaterles zitten en welke regels daar dan gelden, ook als die heel anders zijn dan normaal. Het werkt meestal heel goed.”

Leonie leerde Renske vorig jaar kennen. “Ik kreeg vanuit de directie de vraag of we begeleiding wilden bij dramales, en welke ontwikkelvragen ik daar dan bij had.” De Peppel neemt deel aan Cultuureducatie met Kwaliteit, een traject begeleid door Bibliotheek CultuurPuntAltena om cultuureducatie op scholen te verbeteren. “Ik realiseerde me al snel dat ik vooral op zoek was naar handvatten om een doorgaande lijn in de lessen te hebben, en een manier te hebben waarop kinderen ook echt iets leren”, zegt Leonie. “Renske is me toen met die vragen gaan helpen met een training en concrete handvatten die ik meteen kon toepassen bij het maken van een les.”

Van daaruit ging Leonie al snel zelf aan de slag en bedacht
ze hoe ze een mooie les kon geven. “Daarmee kunnen we ook een keer op iets
anders focussen dan taal, rekenen en spelling, wat elke dag al veel gebeurt. En er is ook aandacht voor de kinderen die helemaal opleven in zo’n theaterles wanneer ze een andere rol aan kunnen nemen.” Dat is ook te zien tijdens het uitbeelden van de eekhoorn uit het kinderboek. Nadat Leonie aftelt van vijf naar nul, veranderen alle leerlingen in een eekhoorn die boos en verdrietig is omdat zijn blaadjes gestolen worden, zoals het prentenboek dat vertelt. Een heel aantal kinderen beelden uit hoe ze liggen te slapen, hoe ze geschrokken wakker worden en hoe ze boos worden. Ze stampvoeten op de grond.

“Renske vertelde me dat emoties sowieso interessant zijn om mee aan de slag te gaan”, zegt Leonie. “Vaak verwerk ik dus oefeningen in mijn les waarbij ik een situatie presenteer en dat de kinderen dan kunnen uitbeelden welke emotie dit oproept.” Iets anders dat Leonie leerde is om te werken met thema’s. “Dat klinkt heel logisch, maar je hebt blijkbaar toch een zetje nodig om op die manier naar je lessen te kijken. Dit prentenboek heb ik gekozen bij het thema herfst, daar kunnen we dan mee aan de slag. Zo zit er meer lijn in de lessen en waar ze over gaan en zijn ze ook makkelijker in elkaar te zetten, doordat je een duidelijk startpunt hebt.”

Na het prentenboek is het herfstthema nog niet voorbij. De kinderen krijgen de opdracht om een spinnenpaar te vormen. “Hoeveel poten heeft een spin?”, vraagt Leonie aan de kinderen. “En hoeveel armen en benen heb je zelf?” Al snel begrijpen de kinderen dat ze samen moeten werken om acht poten te vormen. “Kies een goed maatje bij wie jij je fijn voelt om samen een spin te vormen”, vervolgt Leonie. Over elkaar heen buigend beelden de leerlingen een spin uit die loopt door de ruimte. “Beeld nu uit dat er een grote tak ligt, waar je over heen moet klimmen”, roept Leonie. De kinderen maken klimmende bewegingen.

Dan is het alweer tijd voor de afsluiting van de les. Niet alleen een duidelijk begin, maar ook een duidelijk einde van de les is belangrijk voor de rust van de kinderen. “Ik heb gemerkt dat het heel goed werkt om aan het einde nog even korte ademhalingsoefeningen te doen”, vertelt Leonie. De kinderen gaan op de grond zitten met hun voeten naar voren. Leonie zet muziek op en vertelt de kinderen te letten op hun ademhaling en hun tenen beginnen te wiebelen, en dan hun benen, en steeds verder naar boven. Totdat iedereen helemaal losgemaakt is. Dan is de les voorbij en gaan de kinderen weer terug naar hun klaslokaal.

 

Artikel is geschreven door Marel van Andel